16 februari 2018
Het gesubsidieerde theateraanbod vormt onvoldoende een afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Ontwikkel een theaterbeleid dat inclusief is. De Raad geeft hierbij duidelijk aan dat de effectiviteit van een quotum nader onderzocht moet worden en dat de mate van waarin instellingen de Code Culturele Diversiteit hanteren, streng gecontroleerd moet gaan worden met de verantwoording van subsidies. De Raad, het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet op het gebied van cultuurbeleid, formuleert deze adviezen in de aanloop naar de nieuwe subsidieperiode die in 2021 begint.
In het advies voor de toekomst van de theatersector pleit de Raad voor Cultuur als voor een inclusieve, pluriforme theatersector die een breed en landelijk kwalitatief hoogstaand aanbod koppelt aan de lokale worteling van instellingen. Dit pleidooi baseert de Raad op een analyse van artistieke, maatschappelijke en economische ontwikkelingen in de theatersector. De Raad formuleert hiertoe aanbevelingen die ondergebracht zijn in een viertal prioriteiten.
De eerste prioriteit luidt: zorg voor een inclusieve theatersector
De aanbevelingen komen voort uit het feit dat de Raad constateert dat het de theatersector niet of (nog) onvoldoende lukt om het grote potentiële publiek aan te spreken. Het theaterveld moet daarom worden gestimuleerd zijn maatschappelijke voetafdruk te vergroten. Het is belangrijk dat iedereen zichzelf kan herkennen in de verhalen die er op de Nederlandse podia worden verteld en dat iedere Nederlander, ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, inkomen, opleidingsniveau of woonplaats optimaal toegang heeft tot kunst.
Belangrijkste aanbevelingen die bij deze prioriteit horen zijn:
- Herzie de subsidiesystematiek zodanig dat deze inclusiever wordt en ruimte biedt aan instellingen en makers met een cultureel diverse achtergrond, of aan makers en instellingen die werken vanuit nieuwe disciplines.
- Beoordeel bij subsidieaanvragen de implementatie van de Code Culturele Diversiteit even streng als de andere onderdelen van het beleidsplan. Een negatieve beoordeling is grond om een aanvraag af te wijzen.
- Onderzoek de effectiviteit van een quotum voor culturele diversiteit bij theaterorganisaties, om diversiteit voor en achter de schermen te bevorderen.
- Investeer als podia en bespelers, ondersteund door een (netwerk)instelling, in (doorlopend) publieksonderzoek. De kennis die er bij podia en bespelers is over het eigen publiek moet beter met elkaar worden gedeeld.
- Zet de regeling ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ voort en breid deze uit.
De overige prioriteiten die de Raad voor Cultuur noemt zijn:
– Verstevig de lokale worteling en houd oog voor (inter)nationale spreiding:
Maak binnen het stelsel worteling en een scherpere profilering van instellingen mogelijk, als basis voor een kwalitatief hoogwaardig landelijk gespreid aanbod.
– Ga uit van maakbehoefte en leg geen maakdwang op:
Herzie het huidige subsidiestelsel en zorg ervoor dat de BIS, de regionale culturele infrastructuur en Fonds Podiumkunsten aanvullend werken. Maak flexibiliteit en maatwerk uitgangspunten van het nieuwe beleid.
– Koester het verleden en omarm de toekomst:
Het theaterbeleid biedt niet alleen ruimte aan de artistieke en maatschappelijke ontwikkelingen in het heden, maar kijkt ook naar het verleden en de toekomst van de theatersector.
Kijk voor het hele advies: toekomst-cultuurbeleid.cultuur.nl