Kunstensector moet aan de slag met diversiteit
23 mei 2016
Bij het in ontvangst nemen van het advies van de Raad voor Cultuur voor de basisinfrastructuur 2017-2020 noemt minister Bussemaker als eerste het belang van culturele diversiteit. Ze benadrukt nogmaals de noodzaak van de Code Culturele Diversiteit.
Bussemaker: “Bij het maken en produceren van cultuur én het betrekken daarbij van zoveel mogelijk kinderen, jongeren en verschillende groepen mensen, ligt de lat hoog. Daarom heb ik daarbij [in mijn visiebrief Cultuur beweegt] kwaliteit leidend gemaakt, innovatie en profilering aangemoedigd en samenwerking volop gestimuleerd. En die lijn van mijn beleid zie ik helder in uw advies terugkeren. Daarom ben ik van plan uw advies zoveel mogelijk te volgen. Maar ik constateer ook dat het totaalbeeld laat zien waar met name die maatschappelijke verbinding echt nog beter kan.”
“Ik noem als eerste de diversiteit. Dat onderwerp heeft de afgelopen 10 jaar te weinig aandacht gehad. Als ik naar de besturen van culturele instellingen kijk, naar de mensen die op de planken staan en naar het publiek in de zaal, dan moet ik constateren dat de cultuursector toch nog behoorlijk kleurenblind is. De makers en degenen die op het podium staan, zijn blank. Het publiek dat doorgaans in de schouwburg zit bij gesubsidieerde voorstellingen is geen afspiegeling van de maatschappij.”
“De Raad is erg positief over de plannen van sommige cultuurinstellingen, die gericht inzetten op het trekken van een jonger publiek en daarvoor niet-westerse ambassadeurs inschakelen. En het is de raad opgevallen dat bij de jeugdtheatergezelschappen intussen meer acteurs met een niet-Nederlandse of biculturele achtergrond aangesloten zijn. Dat zijn heel positieve ontwikkelingen.
Maar over het algemeen liggen nog veel kansen voor de culturele instellingen om een breder publiek te bereiken en om beter aan te sluiten een doorsnede van de bevolking. Voor én áchter de schermen van schouwburgen, musea en concertpodia. Daarom vind ik het ook belangrijk dat instellingen werk maken van de code cultural governance en de code culturele diversiteit.”
Op 2 juni voert de minister overleg met de Tweede Kamer over het advies van de Raad en in dezelfde maand met bestuurders uit het hele land. Op Prinsjesdag wordt het besluit dat de minister op basis van het advies zal nemen, gepresenteerd.
Het volledige advies is te vinden via de oranje button op www.cultuur.nl