museum

Hoe Haags is de Haagse Passage, het Kurhaus of het Rozenburg porselein? Gebouwen en producten die wij als typisch Haags kennen, hebben in feite een dubbele identiteit. Zo is de prachtige vloer in de Haagse passage het werk van Italiaanse migranten en hebben het Kurhaus en het Rozenburg porselein een Duitse oorsprong. Al die mensen die ooit naar Den Haag kwamen om hier te werken en te wonen lieten hun sporen na. En doen dat nog steeds.
De tentoonstelling ‘De Wereld in Den Haag’ toont de inbreng en invloed van verschillende migranten aan de hand van personen uit verleden en heden. Onderdeel van de tentoonstelling is een portrettenserie van hedendaagse markante Hagenaars die hun wortels elders hebben. De serie – op foto en video – werd door de fotografen Geert van Kesteren en Conny Luhulima in opdracht van het museum gemaakt.
Een goed voorbeeld van een migrant die duidelijk zijn sporen in de stad heeft nagelaten is de Fransman Daniel Marot (1661-1752); deze gevluchte Hugenoot introduceerde in Den Haag de nieuwe Lodewijk XIV-stijl in de architectuur en woninginrichting en werd hofdecorateur van stadhouder Willem III. Veel van de gebouwen waaraan hij werkte, zoals de Trêveszaal, Paleis Kneuterdijk en Huis Huguetan behoren tegenwoordig tot de architectonische hoogtepunten van onze stad. Ook voorbeelden van arbeidsmigratie in heden en verleden zullen in de tentoonstelling te vinden zijn: migratie uit Duitsland in de 18e en 19e eeuw van bijvoorbeeld meubelmakers, porseleinfabrikanten en bierbrouwers en van terrazzowerkers uit Italië. Maar ook migranten die om hun gedachtegoed naar Den Haag kwamen, zoals Spinoza, Anton de Kom en Tjalie Robinson zullen op de tentoonstelling worden aangestipt.
Deze tentoonstelling wordt mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van het Netwerk Erfgoed Haagse Migranten, Fonds 1818, Prins Bernhard Cultuurfonds, de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting en Stichting DOEN.