Op 18 mei organiseerde Babel, het journalistieke programma van het Nationale Toneel ‘Vreemdgaan’, een avond over diversiteit en de podiumkunsten. Theatermakers Fahd Larhzaoui, Daria Bukvić en Casper Vandeputte en choreografe Conny Janssen vertelden over hun achtergronden en inspiratie, acteur Werner Kolf droeg een column voor en Slagwerkgroep Den Haag speelde een stuk uit Drumming van Steve Reich.
De diversiteit aan culturen, leefstijlen, godsdiensten en talen is in grote steden enorm. In Den Haag heeft maar liefst 51% zijn roots buiten Nederland. De lastigheden van die diverse stadssamenleving staan volop in de schijnwerpers – ook in de kunsten. Wat doen podiumkunstenaars met die diversiteit en de urgente vraagstukken daarvan? Waarom lijkt het aanbod van theaters en makers vaak niet te passen bij die diverse bevolking – en is dat erg? Wat voor kunst past bij de hedendaagse diverse, dwarse, confronterende stad?
Babel, het journalistieke programma van het Nationale Toneel, stadsgezelschap van Den Haag, is op zoek naar antwoorden op die vragen. Omdat we denken dat we daarvoor moeten beginnen bij de theatermakers, en niet bij de beleidsmakers, organiseren we op 18 mei 2015 Vreemdgaan. Vier beeldbepalende podiumkunstenaars vertellen over hun werk, hun achtergrond en hun kijk op de diverse stadssamenleving. Ook presenteren we een handig overzicht van alle diversiteitsdilemma’s waar je toch nooit uitkomt. Slagwerkgroep Den Haag maakt muziek. En het publiek praat mee.
Een niet te missen portie inspiratie voor bevlogen theaterpubliek, kunstenaars, cultuurmanagers en beleidsmakers.
De gasten:
Conny Janssen (1958) is choreograaf, en oprichter (in 1992) en artistiek leider van het Rotterdamse dansgezelschap Conny Janssen Danst. Conny Janssen Danst neemt de stad met al zijn kleur en rafelranden als startpunt van haar voorstellingen.
Daria Bukvić (1989) studeerde in 2011 af aan de Toneelschool Maatricht en regisseerde onder meer voor Frascati en de Toneelschuur. Zij maakte afgelopen seizoen het zeer succesvolle Nobody Home, een voorstelling op basis van de verhalen van vier theater makende vluchtelingkinderen, die in Nederland een bestaan opbouwen.
Fahd Larzhaoui (1978) is presentator en acteur, onder meer voor het RO Theater en de NTR. Vorig seizoen maakte hij de zeer goed ontvangen solovoorstelling Schijn, een persoonlijk verhaal over vrijheid, familie en wortels.
Casper Vandeputte (1985) is vanaf 2013 als regisseur verbonden aan het Nationale Toneel. Daar volgt hij hier een vierjarig coachingstraject voor talentvolle theatermakers. Op dit moment werkt hij daar aan de festivalvoorstelling The summer of ’96. Komend seizoen maakt hij De Gouden Draak en Fit to fly, allebei stukken over vreemdelingen, illegaliteit en de confrontatie met de onbekende ander.
De Code biedt een kapstok om integraal op het terrein van het Personeel, Publiek, Programma en Partners diversiteitsbeleid te ontwikkelen. De instellingen zijn zelf verantwoordelijkheid om de Code al dan niet toe te passen. In de praktijk gebeurt het nog relatief weinig. Door de bezuinigingen en de herschikking van de afgelopen, stond dit instrument niet meer bij iedereen op het netvlies. OCW heeft de Federatie Cultuur dit jaar gevraagd de Code weer in het vizier van de sector te brengen. In samenwerking met binoq atana is een traject ontwikkeld dat de komende jaren zal worden uitgerold.
Om een brug te slaan naar het cultureel diverse deel van de samenleving, heeft de sector in 2011 de Code Culturele Diversiteit (CCD) gelanceerd. De Nederlandse bevolking bestaat immers voor ruim 1,9 miljoen uit mensen van niet-westerse afkomst. In de grote steden liggen die percentages beduidend hoger (rond de 35%) en bovendien zijn de derde generatie migranten niet in deze percentages meegenomen. Maar dit is een relatief grote en ook jonge bevolkingsgroep waarvan ongeveer 80 procent jonger is dan 15 jaar. Een groep waar zeker rekening mee moet worden gehouden.